card

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  card    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • card
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord card cards
verkleinwoord cardje cardjes

Zelfstandig naamwoord

card m/v o

  1. kaartje
  2. Kaartje dat elektronisch verwerkt kan worden doordat het is voorzien van een chip (vroeger: magneetstrip) en gebruikt kan worden als betaalmiddel, identiteitsbewijs, toegangsbewijs e.d
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'card' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  card (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /kɑːrd/
enkelvoud meervoud
card cards

Zelfstandig naamwoord

card

  1. kaart
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.