casarca

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  casarca    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ca·sar·ca
enkelvoud meervoud
naamwoord casarca casarca's
verkleinwoord casarcaatje casarcaatjes

Zelfstandig naamwoord

casarca

  1. (eendvogels) Tadorna ferruginea  een oranjebruine halfgans. De vogel broedt in het noordoosten van Afrika, Zuidoost-Europa, Centraal-Azië en het zuidwesten van China, en overwintert in India en Zuidoost-Azië
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'casarca' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.