causeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  causeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cau·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
causeren
causeerde
gecauseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

causeren [2]

  1. op aangename, losse toon praten (zonder al te veel diepgang), keuvelen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord causeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.