cercenar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cercenar
cercenaba
cercenado
volledig

Werkwoord

cercenar

  • overgankelijk
  1. afsnijden (helemaal)
  2. besnoeien, beperken, beknotten, terugdringen
  3. afsnijden, afknippen, wegsnijden, snoeien
  4. beknotten, besnoeien, bezuinigen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.