besnoeien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  besnoeien    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈsnujə(n)/
Woordafbreking
  • be·snoei·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
besnoeien
besnoeide
besnoeid
zwak -d volledig

Werkwoord

besnoeien

  1. overgankelijk in aantal doen verminderen, beperken
    • Er moest flink in de uitgaven besnoeid worden. 
  2. overgankelijk bomen en heggen snoeien
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord besnoeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.