snoeien

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snoeien    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsnujə(n)/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈsnujə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsnujə(n)/
Woordafbreking
  • snoei·en
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘inkorten (van takken)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1367 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snoeien
snoeide
gesnoeid
zwak -d volledig

Werkwoord

snoeien

  1. overgankelijk planten terugbrengen op gewenste lengte
    • Hij was de haag aan het snoeien om ervoor te zorgen dat hij niet over de weg zou gaan groeien. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord snoeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.