chauffer
Frans
Woordherkomst en -opbouw
Via Vulgair Latijn *calefare van Latijn calefacere (verwarmen), samenstelling van Latijn calere (warm worden) en facere (maken, doen) komt [1].
Uitspraak
- Geluid: chauffer (hulp, bestand)
Werkwoord
chauffer
- (spreektaal) jatten, rausjen
- «Putain! Je me suis fait chauffer mon nouvel ordi!»
- Ze hebben verdomme mijn nieuwe computer gepikt!! [2]
- «Putain! Je me suis fait chauffer mon nouvel ordi!»
- (spreektaal) heet worden
- «Ça va chauffer.»
- Daar komt herrie van. [2]
- «Ça va chauffer.»
- (spreektaal) op heterdaad betrappen [2]
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.