chita

Portugees

Zelfstandig naamwoord

chita

  1. (roofdieren) jachtluipaard; een zeer snel Afrikaans katachtig roofdier.


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • chi·ta
enkelvoud meervoud
chita chitas

Zelfstandig naamwoord

chita m

  1. (roofdieren) jachtluipaard, cheeta
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.