ciego
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈsje.go/
Woordafbreking
- cie·go
enkelvoud | meervoud |
---|---|
ciego | ciegos |
Zelfstandig naamwoord
ciego m
Synoniemen
- [1] invidente
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | ciego | ciegos |
vrouwelijk | ciega | ciegas |
Bijvoeglijk naamwoord
ciego
Synoniemen
- [1] invidente
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cegar |
ciego
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cegar
Verwijzingen
- ciego in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.