complete

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  complete    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • com·ple·te

Bijvoeglijk naamwoord

complete

  1. verbogen vorm van de stellende trap van compleet

Gangbaarheid

  • Het woord complete staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  complete (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /kəmˈplit/
vervoeging
onbepaalde wijs to  complete 
he/she/it  completes 
verleden tijd  completed 
voltooid
deelwoord
 completed 
onvoltooid
deelwoord
 completing 
gebiedende wijs  complete 

Werkwoord

complete

  1. onovergankelijk een punt van voltooiing bereiken, voltooid raken/worden
  2. overgankelijk afmaken, voltooien
  3. overgankelijk (een formulier e.d.) invullen
stellend vergrotend overtreffend
completemore complete/completermost complete/completest

Bijvoeglijk naamwoord

complete

  1. compleet




Spaans

Werkwoord

vervoeging van
completar

complete

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van completar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.