invullen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  invullen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • in·vul·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
invullen
vulde in
ingevuld
zwak -d volledig

Werkwoord

invullen

  1. overgankelijk een daarvoor opengelaten plek beschrijven met desbetreffende informatie
    • Ik heb het formulier ingevuld. 
  2. iets volmaken wat anders leeg zou blijven
     Dat komt doordat voor die maand nog niet bekend is welke vliegmaatschappij per dag hoeveel stoelen moet opgeven. Voor juli, de allerdrukste maand, is dat inmiddels wel duidelijk en bekend bij de betrokken partijen. Maar dan moeten de luchtvaartmaatschappijen en touroperators nog bedenken hoe ze dat in de praktijk invullen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord invullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Duidelijkheid over vliegvakantie komt met horten en stoten (en rijkelijk laat)” (24 juni 2022), NU.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.