conducir

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • con·du·cir

Werkwoord

conducir

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
conducir
conducía
conducido
volledig
  1. onovergankelijk rijden
  2. leiden
  3. overgankelijk leiden, voeren, brengen, drijven
  4. vervoeren
  5. besturen (van auto)

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.