conservatief-burgerlijk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: conservatief-burgerlijk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·ser·va·tief-bur·ger·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van conservatief bn en burgerlijk bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | conservatief-burgerlijk | conservatief-burgerlijker | conservatief-burgerlijkst |
verbogen | conservatief-burgerlijke | conservatief-burgerlijkere | conservatief-burgerlijkste |
partitief | conservatief-burgerlijks | conservatief-burgerlijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
conservatief-burgerlijk
- behoudend en welgesteld
- ▸ Te midden van de zondagsflaneurs op de Strandvàgen, het meest conservatief-burgerlijke gebied van Stockholm, vermengden de terug naar huis kerende demonstranten zich met burgers alsof ze geen vijanden waren, al verraadden de kleren direct wie wie was.[1]
Synoniemen
- burgerlijk-conservatief
Gangbaarheid
- Het woord 'conservatief-burgerlijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.