contractor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  contractor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·trac·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord contractor contractors
contractoren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decontractorm

  1. (economie) een ingehuurde arbeidskracht van een dienstverlenende onderneming of toeleverancier
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord contractor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.