contrarrestar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
contrarrestar
contrarrestaba
contrarrestado
volledig

Werkwoord

contrarrestar

  • overgankelijk
  1. tegengaan, neutraliseren, tenietdoen
  2. tegenwerken, dwarsbomen, belemmeren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.