dwarsbomen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dwarsbomen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdwɑrzbomə(n)/
Woordafbreking
  • dwars·bo·men
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘moeilijkheden in de weg leggen’ voor het eerst aangetroffen in 1872 [1]
  • samenstelling van  dwars  en  bomen 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dwarsbomen
dwarsboomde
gedwarsboomd
zwak -d volledig

Werkwoord

dwarsbomen

  1. overgankelijk tegenwerken, moeilijkheden geven
    • Hij dwarsboomde ons plan om dat land te veroveren. 
Synoniemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

dedwarsbomenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dwarsboom

Gangbaarheid

  • Het woord dwarsbomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.