contrasteerden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  contrasteerden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·tras·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
contrasteren

contrasteerden

  1. meervoud verleden tijd van contrasteren
    • Wij contrasteerden. 
    • Jullie contrasteerden. 
    • Zij contrasteerden. 
     De woorden contrasteerden echter met haar zachte stemgeluid waarin geen verwijt doorklonk.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord contrasteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.