coucou

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  coucou    (hulp, bestand)
  • IPA: /ku.ku/

Zelfstandig naamwoord

coucou m

  1. (koekoeksvogels) koekoek
  2. (spreektaal) kistje (oud vliegtuigje) [1]

Tussenwerpsel

coucou

  1. (spreektaal) kiekeboe, hallo!
    «Coucou ma chérie, me revoilà!»
    Hoi schat, daar ben ik weer! [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.