dé

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  de    (hulp, bestand)
  • IPA: /dəʔ/
Woordherkomst en -opbouw

Lidwoord

dé

  1. bij uitstek de, schrijfwijze voor de wanneer dit met veel nadruk wordt uitgesproken
    • Het wereldkampioenschap bood dé kans om haar talent te laten zien 
Opmerkingen
  • Dit is geen bijzondere schrijfwijze: in het Nederlands kan íéder woord met een klemtoonteken worden gespeld, als het in een zin speciale nadruk krijgt die anders in de geschreven vorm verloren zou gaan.

Gangbaarheid

  • Het woord 'dé' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
dar

dé

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dar
vervoeging van
darse

dé

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van darse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van darse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van darse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.