lidwoord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lidwoord    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪtwort/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lid·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lidwoord lidwoorden
verkleinwoord lidwoordje lidwoordjes

Zelfstandig naamwoord

hetlidwoordo

  1. (grammatica) woordsoort die standaard voor een naamwoord (meestal een zelfstandig naamwoord) staat, om onder meer bepaaldheid, getal en woordgeslacht hiervan aan te geven
    • Benjamin is een naam; in de Bijbel is het de jongste zoon van Jakob en Rachel. Maar de jongste zoon van zomaar een gezin is de benjamin. Meestal geldt dat voor zulke soortnamen een lidwoord kan staan.[3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lidwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.