dør

Deens

Uitspraak
  • Geluid:  dør    (hulp, bestand)
  • IPA: [ˈdɶˀɐ̯]
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse dyrr.

Werkwoord

dør

  1. tegenwoordige tijd van
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   dør     døren     døre     dørene  
genitief   dørs     dørens     døres     dørenes  

Zelfstandig naamwoord

dør g

  1. deur

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.