daño

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈdaɲo/
enkelvoud meervoud
daño daños

Zelfstandig naamwoord

daño m

  1. schade, beschadiging

Werkwoord

vervoeging van
dañar

daño

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van dañar
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.