daag uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  daag uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • daag uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitdagen

daag uit

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen
    • Ik daag uit. 
  2. gebiedende wijs van uitdagen
    • Daag uit! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen
    • Daag je uit? 

Gangbaarheid

  • Het woord daag uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.