dagblind

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagblind    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dagĀ·blind
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen dagblinddagblinderdagblindst
verbogen dagblindedagblinderedagblindste
partitief dagblindsdagblinders-

Bijvoeglijk naamwoord

dagblind

  1. (medisch) bij dag of hel licht slecht of niet ziend
Afgeleide begrippen
  • dagblindheid

Gangbaarheid

  • Het woord dagblind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.