datrecorders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  datrecorders    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdɑtriˌkɔːrdərs/ (4 lettergrepen); /ˈdɑtrəˈkɔrdərs/
Woordafbreking
  • dat·re·cor·ders
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dedatrecordersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord datrecorder
     Bij deze order zat een partij van 150 datrecorders.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord datrecorders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Rechtbank Utrecht
    “uitspraak 11-11-1997 in zaak 16/039004-96” (2 mei 2022) op rechtspraak.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.