decanaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  decanaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • de·ca·naal
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen decanaaldecanalerdecanaalst
verbogen decanaledecanaleredecanaalste
partitief decanaalsdecanalers-

Bijvoeglijk naamwoord

decanaal [1]

  1. van een decaan of deken, een decanaat
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord decanaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.