deitscher

Niet te verwarren met: Deitscher

Pennsylvania-Duits

  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • deit·scher

Bijvoeglijk naamwoord

deitscher

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief mannelijk enkelvoud van deitsch

Bijvoeglijk naamwoord

deitscher

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van deitsch

Bijvoeglijk naamwoord

deitscher

  1. onbepaald nominatief mannelijk enkelvoud van deitsch
Typische woordcombinaties
  • unser aerschde deitscher Governor
onze eerste Duitse gouverneur

Bijvoeglijk naamwoord

deitscher

  1. onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van deitsch
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.