deugt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deugt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • deugt

Werkwoord

vervoeging van
deugen

deugt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deugen
    • Jij deugt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deugen
    • Hij deugt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van deugen
    • Deugt! 
    • Als je nergens voor deugt, kun je altijd nog werken aan het WikiWoordenboek. 
     'Denk jij dat ik een tuinman om halfelf 's avonds bij me laat komen omdat het eten niet deugt?'[1]

Gangbaarheid

  • Het woord deugt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.