dienstdoend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dienstdoend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dienst·doend

Werkwoord

vervoeging van: dienstdoen
verbogen vorm: dienstdoende

dienstdoend

  1. onvoltooid deelwoord van dienstdoen
stellend
onverbogen dienstdoend
verbogen dienstdoende
partitief dienstdoends

Bijvoeglijk naamwoord

dienstdoend

  1. in functie zijnde, werkende
    • De longarts die betrokken was bij de behandeling van de in 2014 overleden hockeyer Rogier Mooij heeft een waarschuwing gekregen van het Regionaal Tuchtcollege Amsterdam. Hij heeft als begeleider van de dienstdoende arts-assistent tekortgeschoten, omdat hij de toen 21-jarige Mooij niet zelf heeft onderzocht.[1] 
     'Ach, uw man komt straks wel weer thuis, mevrouw.' In gedachten hoorde ze het de dienstdoende agent zeggen.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dienstdoend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.