dienstdoende

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dienstdoende    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dienst·doen·de

Bijvoeglijk naamwoord

dienstdoende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van dienstdoend
     'Ach, uw man komt straks wel weer thuis, mevrouw.' In gedachten hoorde ze het de dienstdoende agent zeggen.[1]

Werkwoord

vervoeging van: dienstdoen
verbogen vorm: dienstdoendee

dienstdoende

  1. verbogen vorm van dienstdoend, het onvoltooid deelwoord van dienstdoen

Gangbaarheid

  • Het woord dienstdoende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.