digitaliseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  digitaliseren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·gi·ta·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Franse digitaliser (met het achtervoegsel -iseren) [1] wat zelf weer komt van het Engelse digitalize
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
digitaliseren
digitaliseerde
gedigitaliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

digitaliseren

  1. overgankelijk (informatica) informatie omzetten van analoog naar digitaal
    • Deze oude LP's zijn nog nooit gedigitaliseerd. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord digitaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.