dik-dik

Afrikaans

Woordafbreking
  • dik-dik
enkelvoud meervoud
naamwoord dik-dik dik-dikke

Zelfstandig naamwoord

dik-dik

  1. (evenhoevigen) dikdik kleine antilopen van het geslacht Madoqua 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.