directe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  directe    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·rec·te

Bijvoeglijk naamwoord

directe

  1. verbogen vorm van de stellende trap van direct
     'Zijn er getuigen? ' wilde hij weten. 'Geen directe.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord directe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.