direct
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: direct (hulp, bestand)
- IPA: / diˈrɛkt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- di·rect
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans direct, in de betekenis van ‘rechtstreeks, ogenblikkelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1647 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | direct | directer | directst |
verbogen | directe | directere | directste |
partitief | directs | directers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
direct
- zonder te wachten, zonder iets daartussen
- Bij hadden een directe verbinding met de trein en hoefden dus niet over te stappen.
- ▸ Het was altijd een feest als ik op een kleine waterbron recht uit de berg stuitte. Dit frisse water uit de ondergrondse meren (aquifers geheten) dronk ik direct uit de berg, zonder het te hoeven filteren.[4]
- ▸ 'Zijn er getuigen? ' wilde hij weten. 'Geen directe.[5]
- eerlijk, zonder smoesjes, maar soms ook een beetje brutaal
- Hij gaf hem een eerlijk en direct antwoord.
Synoniemen
- [1] rechtstreeks, onmiddellijk
- [2] eerlijk, ontactvol, onbeleefd, respectloos
Antoniemen
Vertalingen
Bijwoord
direct
- zonder te wachten, zonder omweg
- Toen de dief haar tasje probeerde te stelen gaf de oude vrouw hem direct een klap met haar stok.
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord direct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "direct" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ direct op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "direct" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: direct (VS) (hulp, bestand)
- IPA:
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to direct |
he/she/it | directs |
verleden tijd | directed |
voltooid deelwoord |
directed |
onvoltooid deelwoord |
directing |
gebiedende wijs | direct |
Werkwoord
direct
- overgankelijk besturen ww , dirigeren, leiding geven aan, leiden ww [1]
- overgankelijk richten
- overgankelijk adresseren
- overgankelijk instrueren
- overgankelijk, (juridisch) bevelen ww
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
direct | more direct | most direct |
Bijvoeglijk naamwoord
direct
- direct bn
- onomwonden, oprecht
- rechtstreeks bn
- (astronomie) rechtlopend
Afgeleide begrippen
- directly, directness
Antoniemen
Bijwoord
direct
- rechtstreeks bw
Frans
Uitspraak
- Geluid: direct (hulp, bestand)
Bijwoord
direct
- (spreektaal) glashelder, recht voor zijn raap
- «Patrick lui a dit direct qu’il allait la larguer.»
- Patrick heeft haar recht voor zijn raap gezegd dat-ie haar zou dumpen. [1]
- «Patrick lui a dit direct qu’il allait la larguer.»
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.