doe boos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doe boos    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdu ˈbos/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • doe boos
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
boosdoen

doe (…) boos

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boosdoen
    • Ik doe boos. 
  2. gebiedende wijs van boosdoen
    • Doe boos! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boosdoen
    • Doe je boos? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'doe boos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.