doenbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doenbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doen·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van doen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen doenbaardoenbaarderdoenbaarst
verbogen doenbaredoenbaarderedoenbaarste
partitief doenbaarsdoenbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

doenbaar

  1. dat het te doen is
    • Ruud Lubbers: „Moeilijke dingen voor elkaar krijgen, consensus bouwen, heeft een grote vormende betekenis. In die zin ben ik ook positiever over de politiek dan mijn voorganger Dries van Agt. Die wordt dan gegrepen door het Palestijnse vraagstuk. Ik heb daar wel een zekere waardering voor, maar het moet ook leiden tot iets wat doenbaar is.”[1] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord doenbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Marjolijn Februari NRC 3 januari 2011
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.