doffen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doffen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dof·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van dof met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doffen
dofte
gedoft
zwak -t volledig

Werkwoord

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord doffen [2]

  1. slaan, klappen geven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

dedoffenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dof

Gangbaarheid

  • Het woord doffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
67 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.