doffer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doffer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dof·fer
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘mannetjesduif’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • Naamwoord van handeling van doffen met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord doffer doffers
verkleinwoord doffertje doffertjes

Zelfstandig naamwoord

dedofferm

  1. (dierkunde) een mannetjesduif
    • De doffer broedt meestal overdag op de eieren en de duivin de rest van de tijd. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
  • kropdoffer
Vertalingen

Meer informatie

Bijvoeglijk naamwoord

doffer

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dof

Gangbaarheid

  • Het woord doffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.