dol op
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dol op (hulp, bestand)
- IPA: /dɔl ɔp/
Woordafbreking
- dol op
Woordherkomst en -opbouw
- vaste verbinding van dol (bijvoeglijk naamwoord) en op (voorzetsel)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dol op | doller op | dolst op |
verbogen | (alleen predicaat) |
Bijvoeglijk naamwoord
dol op
- verrukt van, verzot op
- Beren zijn dol op honing
- Hij bleef dol op zijn kleinkinderen.
- Door zijn lange verblijf in Engeland werd hij dol op rugby.
- verliefd
- Dol op haar man aarzelde ze geen moment om met hem mee te gaan.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'dol op' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.