doods

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doods    (hulp, bestand)
  • IPA: /dots/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • doods
Woordherkomst en -opbouw
  • [A]  dood zn  met de uitgang -s
  • [B] afgeleid van  dood bn  met het achtervoegsel -s [1] [2]
  • [C] afgeleid van  dood bn  met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

[A] doods

  1. genitief mannelijk  van dood
    • "Van de koele meren des doods" is een roman van Frederik van Eeden die later verfilmd is. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • des doods zijn voor
    heel bang zijn voor
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen doodsdoodserdoodst
verbogen doodsedoodseredoodste
partitief doodsdoodsers-

Bijvoeglijk naamwoord

[B] doods

  1. alsof alles dood is
    • Ondanks alles hield het plein een doodse uitstraling. 
     De kus die Dorien op haar wang gaf was er een zonder warmte. Haar lippen voelden koud aan. Doods.[3]
Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

[C] doods

  1. partitief van de stellende trap van dood

Gangbaarheid

  • Het woord doods staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.