doorhollen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doorhollen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • door·hol·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

doorhollen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorhollen
holde door
doorgehold
zwak -d volledig
  1. voortgaan met rennen
  2. (figuurlijk) op een snelle, overhaaste manier ergens mee doorgaan
     Pechtold: Rutte is van "niks aan de hand en doorhollen"[2]
     Hij zegt niet met oogkleppen op te willen doorhollen "en dan op mijn 45ste of 50ste achterom te kijken en dan helemaal alleen te zijn".[3]
  3. ergens doorheen rennen

Gangbaarheid

  • Het woord doorhollen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Pechtold: Rutte is van "niks aan de hand en doorhollen"” (Dinsdag 10 maart 2015, 21:31), NOS
  3. Weblink bron “Eurlings stapt uit de politiek” (Donderdag 11 maart 2010, 21:28), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.