doorprikken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doorprikken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • door·prik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorprikken
prikte door
doorgeprikt
zwak -t volledig

Werkwoord

doorprikken [1]

  1. overgankelijk met een speld of naald doorboren
    • Hij had de ballon doorgeprikt. 
Verwante begrippen
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorprikken
doorprikte
doorprikt
zwak -t volledig

Werkwoord

doorprikken [2]

  1. overgankelijk Op tal van plaatsen gaatjes prikken in

Gangbaarheid

  • Het woord doorprikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.