doorziend

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

  • Geluid:  dóórziend    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈdorzint/ (2 lettergrepen)
  • Geluid:  doorzíénd    (hulp, bestand)
    • IPA: /dorˈzint/ (2 lettergrepen)
      • (Noord-Nederland): /do̝rˈzint/
      • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /dorˈzint/
Woordafbreking
  • door·ziend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: doorzien
verbogen vorm: doorziende

dóórziend

  1. onvoltooid deelwoord van dóórzien
     De kerkelijke pers van de laatste week doorziend, troffen ons drie reacties in betrekking tot ons blad.[1]
vervoeging van: doorzien
verbogen vorm: doorziende

doorzíénd

  1. onvoltooid deelwoord van doorzíén
     De sterke figuren in dit stuk zijn de ouderen, de fabrikant, de man uit één stuk, die Ko van Dijk speelde, en zijn vrouw, hem doorziend in zijn schijnbare bruuske grofheid, bemiddelend door haar ruime opvattingen tussen niet te verenigen contrasten, waarvan Pine Belder een onvergetelijke opvatting gaf.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord doorziend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Wat de pers van ons BLAD zegt in: Kerknieuws, jrg. 4 nr. 166 (6 juli 1946), W.C.F. Scheps, 's-Gravenhage, p. 120 kol. 3
  2. Weblink bron Het Schouwtooneel : J.A. Simons-Mees, Levensstroomingen (22 maart 1924) in:
    Menno ter Braak (ed. Carel Peeters)
    De Propria Curesartikelen 1923-1925. (1978), BZZTôH, Den Haag, ISBN 9062910130, p. 70
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.