draadmandje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  draadmandje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdratmɑncə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • draad·mand·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetdraadmandjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord draadmand
     In de krant stond nog een foto van een zielig verbogen draadmandje op een half gesmolten boodschappenscooter.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'draadmandje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Michiel Nales
    “De billenspuiter” (20 september 1996) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.