draadmand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  draadmand    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdratmɑnt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • draad·mand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord draadmand draadmanden
verkleinwoord draadmandje draadmandjes

Zelfstandig naamwoord

dedraadmandv/m

  1. korf die bestaat uit dunne repen metaal die kruislings met elkaar zijn verbonden
     Er is nog een snufje aan deze fiets. Er kan een extra achterwiel worden toegevoegd en tussen de wielen kun je dan een draadmand plaatsen, waardoor de tweewieler een boodschappendriewieler wordt.[1]
      Men bakt de ballen in een draadlepel of draadmand, zooals men die in de keukengereedschap-magazijnen kan krijgen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'draadmand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    P. Korteling
    Een totaal andere fiets in: Het Parool , jrg. 44 nr. 11961 (7 februari 1984), p. 19 (U&T 24) kol. 4
  2. Weblink bron
    Odilia Anne Corver
    “Aaltje, Nieuw Nederlandsch kookboek”, 17e druk (1891), Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, p. 60
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.