driewekelijks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  driewekelijks    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • drie·we·ke·lijks
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen driewekelijks
verbogen driewekelijkse
partitief driewekelijks

Bijvoeglijk naamwoord

driewekelijks

  1. zich om de drie weken herhalend

Gangbaarheid

  • Het woord driewekelijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.