dropa

Angelsaksisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *drupô

Zelfstandig naamwoord

dropa o

  1. druppel
Afgeleide begrippen
  • reġndropa
  • dropmǣlum
Overerving en ontlening

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /drɔpa/
Woordafbreking
  • dro·pa

Zelfstandig naamwoord

dropa

  1. genitief enkelvoud van drop
  2. accusatief enkelvoud van drop
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.