druisen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  druisen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • drui·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aanhoudend geluid voortbrengen’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
  • uit 1562 [2]

Werkwoord

druisen [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
druisen
druiste
gedruist
zwak -t volledig
  1. (verouderd) continu een hoop lawaai maken
  2. (verouderd) een boos geluid maken
  3. (verouderd) een pruttelend geluid maken
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord druisen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.