duché

Niet te verwarren met: duche

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /dy.ʃe/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  duché     le duché     duchés     les duchés  

Zelfstandig naamwoord

duché m

  1. hertogdom


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
duchar

duché

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van duchar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.