duduk
Indonesisch
Woordafbreking
- du·duk
Werkwoord
duduk (menduduk) (intransitief)
- zitten
- zittend
- zitting (~ nemen in)
- wonen
- verblijven
Zelfstandig naamwoord
duduk
Verwante begrippen
- menduduki
- mendudukkan
- terduduk
- kedudukan
- sekedudukan
- berkedudukan
- pedudukan
- pendudukan
- penduduk
- berpenduduk
- kependudukan
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.